Het Verhaal

Aan degenen die mij nog niet kennen zal ik mij even voorstellen. Ik ben Dorinda. Ook wel bekend als ‘Do. Kleine zusje van Ro’. Roland is mijn lieve broer. Mijn grote voorbeeld. Mijn held. Othman zijn goede vriend. Mijn beste vriendje.

Omdat ik weet dat velen van jullie je afvragen wat er precies gebeurd is, wanneer en hoe, zal ik hier mijn verhaal doen. Weet dat ik op sommige vragen geen antwoord kan geven. Gewoonweg omdat er geen antwoord op is en nooit zal komen. Het is nog steeds moeilijk voor me om de juiste woorden te vinden, maar ik ga mijn best doen.

“Terwijl wij hier allemaal aan ‘t klagen waren over een teleurstellende winter zonder sneeuw en met veel te veel regen, teisterden enorme stormen en woeste zee al maanden het land van Ierland. Ro besloot daarom om samen met Ot naar Ierland te gaan en de schade aan het huis te bekijken en eventueel meteen te repareren. Begin Februari vertrokken ze. Dit was op woensdag 5 februari.

Take Two Storm

De schade aan ons huis viel mee. Wat lekkages in een aantal kamers, maar… het huis stond nog! De mannen hadden ondanks het noodweer de tijd van hun leven. Ritjes door het prachtige landschap, een drankje in de pub van onze buren en zelfs een hapje eten buiten de deur. Een wandeling zouden ze niet doen. Daar was het te gevaarlijk voor, zei Ro. Roland vertelde mijn moeder altijd alles tot in detail.

“Hoor je dat? Hoor je dat?! Dat is niet de wind. Dat is de zee!”, had Ro die zaterdag nog gezegd, terwijl hij zijn mobieltje uit het raam hield. De zee beukend op de achtergrond. “Het is eng, mam”. ‘Ga daar dan weg’ had mijn moeder nog gezegd. Maar nee, “zo eng was het nu ook weer niet”. Ot kwam daarna ook nog even aan de telefoon, om te bedanken voor het verblijf in ons ‘leuke huisje’.

Dit was het allerlaatste wat we van hen hebben gehoord. Want op zondag kregen we ze niet te pakken. Terwijl ik Rita en Liam had ingeschakeld om een kijkje te nemen bij het huis, hoopten wij dat ze gewoon ergens aan het vissen waren (we hadden geen idee van de weersomstandigheden of de kwade bedoelingen van de zee). Liam en zijn familie troffen een leeg huis met de auto nog voor de deur. Sleutels, portemonnees, laptop’s, rugtassen. Alles lag nog in het huis. Maar geen spoor van onze mannen. Foute boel! Diezelfde nacht is de politie gewaarschuwd en de helikopter ingezet. Vanaf dat moment waren ze officieel vermist. Politie, kustwacht, buren, vrienden en vrijwilligers zijn uitgerukt om te helpen zoeken. Alle kliffen, rotsen, land en stukken zee werden afgezocht.

Maandagmiddag vonden ze een lichaam voor ons huis, in zee. De politie had toen nog geen idee wie het was. We hadden geen andere keuze dan onze moed verzamelen en naar Ierland te vliegen om het lichaam te identificeren. Woensdagmorgen zaten mijn ouders en ik, samen met Ot’s broers in het vliegtuig. Op weg naar de plek des onheils. We hadden geen idee wat ons nog te wachten stond.

Ons vliegtuig moest vanwege de enorme storm (windkracht 11) landen op een andere luchthaven. – Er waren die dag zelfs windstoten van 170 km. p/u gemeten! – Met taxi’s werden we naar de andere luchthaven gereden, waar de politie op ons stond te wachten. Wegen waren geblokkeerd door bomen. De een nog groter dan de ander. Windstoten deden onze taxi zelfs een beetje oplichtten. ‘De wereld is boos’ zei een van Ot’s broers nog. En ik geloofde hem meteen. Alles leek verdoemd. Vervloekt. Alsof we midden in Armageddon beland waren. De taxi rit duurde 4,5 uur in plaats van 1,5 uur. En toen waren we pas op de helft! Na een briefing op het politiebureau en een heerlijke maaltijd in het café ernaast (verzorgd door de politiechef), kwamen we rond een uur of 10 aan in het dorp. Het leek wel een spookstad. Zo koud, verlaten en donker. Alle stroom was uitgevallen. Telefoonlijnen waren dood en er was geen water.

De dag van de reis was een van de naarste dagen van mijn leven. En er zouden meer volgen…

De volgende dag kwam het nieuws dat het geborgen lichaam inderdaad als Othman was geïdentificeerd. Het kwam niet eens als een schok. We hadden ‘t allemaal gevoeld.

De dagen, weken daarna heb ik allemaal als een soort high ervaren. Overspoeld door emoties, mensen en vragen. De inzet van de Ieren (politie, kustwacht, marine, buren, vrienden en vrijwilligers) was echt onbeschrijfelijk! Dag in dag uit hebben zij zich ingezet. Uit het hele land kwamen berichten, donaties en hulp.

Tot op heden is mijn broer nog niet gevonden. Een team van vrijwillige duikers is nog steeds naar hem op zoek. Ook staat er een team klimmers en duikers van de kustwacht en een duikteam van de politie op stand-by. Deze worden ingezet zodra de zee rustig is.

Wat er precies is gebeurd en wanneer weet niemand. Of Ro ooit nog levend terug komt, unlikely. Of ze hem ooit nog zullen vinden? Geen idee. Maar zolang de duikers het “positief” inzien houd ik hoop. Hoe stom dat ook klinkt. Een beetje hoop doet niemand kwaad.

Begin Mei zijn we teruggekomen uit Ierland. Het valt best zwaar. Voelt onwerkelijk. Onecht. Gelukkig gaan we snel weer terug. Ben ik weer dicht bij Ro. Op de plek die wij eens ons ‘paradijs’ noemden.”

Liefs, Dorinda x

Ps. Klik hier voor een uitgebreid verslag, met foto’s en video’s.